Biodiversiteit in Friesland

Biodiversiteit in Friesland

 

Het unieke landschap verliest aan leven

Friesland heeft een gevarieerde natuur en een prachtig cultuurlandschap, van werelds grootste intertijdegebied de Waddenzee tot de meren en bossen, maar net als overal in Nederland staat de biodiversiteit er onder druk, door verzilting, toenemende droogte, stikstof en pesticiden. Gelukkig zijn de Friezen bijzonder verknocht aan hun landschap. Dat biedt een breed draagvlak onder bevolking voor de maatregelen die noodzakelijk zullen zijn om het tij te keren en het verdwijnen van honderden soorten dieren en planten te voorkomen. En als het aan de vertegenwoordigers van de organisaties voor natuur- en landschapsbescherming ligt, legt Friesland de lat daarbij liever hoger dan lager. 

 Tekst: Jeroen Kuypers  

Nog steeds wordt het nieuws over de natuur in Friesland vooral gedomineerd door berichten over vervuiling door de olie- en gaswinning en een teruglopende vis- en vogelstand in de Waddenzee. Tegenwoordig is er ook positief nieuws te melden, zoals het opduiken van de zeearend en met onze grootste friese predator ‘de grijze zeehond’ gaat het beter. “We zijn natuurlijk blij met de terugkeer van zulke grote predatoren, maar zo’n succes neemt niet weg dat het over het algemeen slecht gesteld is met de biodiversiteit in Friesland,” zegt Wiebe Bouma, directeur van Landschapsbeheer Friesland. “Dat geldt bijvoorbeeld voor de insecten, waarvan er veel minder zijn dan vroeger. Als gevolg daarvan zijn er ook kleinere aantallen van de vogels die zich met insecten voeden. Het aantal zwaluwen is sinds de jaren vijftig zelfs met een schrikbarende 98% achteruitgegaan. 

Henk de Jong: “Naast officiële natuurgebieden hebben we ook veel agrarische natuur. In feite is alles cultuurlandschap maar in Friesland is dat wel uniek en van een hoge kwaliteit.”  

Foto: Plasdras Gruttoland

Plasdras Gruttoland

 

 

Menselijk ingrijpen 

Henk de Jong, projectleider van de stichting Agrarisch Natuurfonds Fryslân, hoopt daarom dat de huidige stikstofcrisis kansen biedt voor een daadkrachtiger natuurbehoud. “Al de Friese natuur is een gevolg van menselijk ingrijpen. De bossen zijn aangelegd en de meren zijn het resultaat van veenafgraving. Zelfs de Waddenzee is door de mens in een keurslijf geduwd. Maar naast officiële natuurgebieden hebben we ook veel agrarische natuur. In feite is alles cultuurlandschap maar in Friesland is dat wel uniek en van een hoge kwaliteit. De Friezen zelf zijn er ook – terecht – buitengewoon trots op. Je inzetten voor het Friese cultuurlandschap is dus onlosmakelijk verbonden met het behoud van de Friese cultuur en taal. Niet voor niets hebben wij ruim 3500 vogelwachters. Dat is een voordeel dat wij hebben boven andere provincies.

Timo ter Voort: “We moeten meer lokale bewustwordingscampagnes opzetten en op die manier een breder draagvlak onder de bevolking creëren voor de noodzakelijke ommezwaai.”  

Mierenlokdozen 

Timo ter Voort voegt daar aan toe dat de biodiversiteit in zijn algemeenheid misschien achteruit gaat, maar dat er wel degelijk lokale verbeteringen te melden zijn. Deze ondernemer die zich sterk inzet voor de verduurzaming van de landbouw woont aan de rand van het Leeuwarder bos. “Daar zag ik het voorbije voorjaar tal van vogels, van wielewalen en ijsvogels tot bosuilen, en dat in een gebied dat je eigenlijk als stedelijk kunt beschouwen. We hebben in Leeuwarden ook een actie gehouden om de bevolking attent te maken op het gevaar van mierenlokdozen. In huis richten die geen schade aan maar veel mensen zetten ze nietsvermoedend ook aan de vier randen van hun terras. Regen spoelt de schadelijke stoffen weg en doet ze uiteindelijk in de Waddenzee belanden. Stedelingen weten dat niet. Ze beseffen onvoldoende de verbondenheid tussen stad en platteland, maar, ze reageren wel positief als ze daar op gewezen worden. Ik denk dat we veel meer van dergelijke lokale bewustwordingscampagnes moeten opzetten en dat het belangrijk is dat we op die manier een breder draagvlak onder de bevolking creëren voor de noodzakelijke ommezwaai.

Henk de Vries: “Wat je niet ziet, wordt niet gewaardeerd, en dat geldt des te meer insecten. Nochtans kunnen we tegenwoordig ook afgaand op onze eigen observatie, zien dat er op het vlak van dat kleinste leven iets mis gaat.”  

Landschap Friesland

Observaties 

Want dat het anders de verkeerde kant uit gaat met de natuur, daaraan twijfelt geen enkele deelnemer van dit rondetafelgesprek. En een deel van die afkalving vindt ook nog onzichtbaar plaats, zegt Henk de Vries van It Fryske Gea, een landschap beherende organisatie “Wat je niet ziet, wordt niet gewaardeerd, en dat geldt des te meer insecten. Nochtans kunnen we tegenwoordig ook op een niet-wetenschappelijke manier, dus zuiver afgaand op onze eigen observatie, zien dat er op het vlak van dat kleinste leven iets mis gaat. Het voorjaar van 2022 was erg droog en de zomer erg warm, dus er hadden veel zweefvliegen moeten zijn. Toch waren er erg weinig. Die observaties doen er toe voor de bewustwording. Discussies over wat we moeten doen zijn belangrijk en kunnen lang en breed zijn, maar uiteindelijk moeten we hierin toch de zogeheten ‘gewone man’ meekrijgen. De problematiek moet dus echt in brede lagen van de bevolking landen, zodat de doorsnee burger gaat beseffen dat hij of zij het comfort van de korte termijn een beetje opzij moet zetten om de gezondheid en het welzijn van ons allemaal op lange termijn te kunnen garanderen.” 

Opvetten 

Aan sommige bedreigingen van de biodiversiteit kunnen we als consument of bedrijf wel nu iets doen, andere lijken buiten ons bereik te zijn. Maar zelfs bepaalde successen, zoals de terugkeer van de wolf, kunnen we niet volledig op ons conto zetten. In Polen en Duitsland hebben de opeenvolgende regeringen voor zulke gunstige levensomstandigheden gezorgd, dat het ‘overschot’ van de dieren naar onze streken emigreert om een eigen plek te vinden. De klimaatopwarming zorgt nog niet voor een grote stijging van de zeespiegel maar wel voor langere periodes van droogte en hitte, onregelmatige neerslagpatronen en meer stormen in het Waddengebied. Dit zorgt weer voor het langer droogvallen van platen waardoor er grootschalige kokkelsterfte optreedt en voor een onregelmatige toevoer van zoetwater waar zowel mens, landbouw en natuur van afhankelijk is. “Miljoenen vogels maken gebruik van het Waddengebied om te broeden en zich op te vetten, maar als er geen voedsel te vinden is, komt er van dat opvetten niets terecht,” zegt Bart Beijloos, senior projectmedewerker bij de Waddenvereniging. “Een ander probleem is verzilting van de grond door het opdringende zoute zeewater. Hierbij zie je goed dat problemen elkaar versterken. Het overdadig gebruik van kunstmest is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van de bodem, dat van pesticiden niet voor de insecten en het bodemleven. Een levenloze bodem is bovendien veel minder bestand tegen verzilting dan een gezonde, dus dat is een argument temeer voor biologische landbouw, want meer organische stoffen in de bodem – zoals organische mest – zorgen voor meer zoetwater opslag in de bodem wat zorgt voor minder verzilting. Zo versterken dus ook de oplossingen elkaar.

Wiebe Bouma: “Supermarkten zetten in op kiloknallers, studenten leren nog steeds dat biologische landbouw niet rendabel is. We moeten ons dus op meerdere fronten inzetten om tot een verandering van inzichten en gedrag te komen.”  

De Westereen

Verdwenen coöperaties  

De opschaling en industrialisering van de landbouw is volgens Wiebe Bouma niet los te zien van een fenomeen als de opkomst van de supermarkt. “Vroeger kende Friesland honderden coöperaties die een deel van hun producten ook aan Friese winkels verkochten. Tegenwoordig koopt niemand nog bij een zelfstandige detaillist en gaat iedereen naar een supermarkt. Geen van die ketens zet zich in voor gezonde kwaliteitsvoeding. Integendeel, het draait overal om kiloknallers. Dat maakt een transformatie naar biologische landbouw niet makkelijker. Bovendien is ons opgevallen dat er in de landbouwopleidingen nog altijd veel te weinig aandacht wordt besteed aan biologische methoden. De studenten krijgen zelfs nog steeds geleerd dat biologisch boeren niet rendabel is, wat allang niet meer klopt. We moeten ons dus op meerdere fronten inzetten om tot een verandering van inzichten en gedrag te komen.”  

Zonering 

De stikstof slaat in veel te grote hoeveelheden neer in de natura 2000 gebieden, waarvan er ook in Friesland zijn. Misschien een goede reden aan de rand daarvan en de industriële in andere gebieden te concentreren, oppert Wiebe Bouma. Daarmee is het thema ‘zonering’ ter tafel gekomen, een idee waar ook Bart Beijloos van de Waddenvereniging voor te vinden is: om de natuuren de biodiversiteit in de Waddenzee een kans te geven om te herstellen zal er minimaal 30% tot 50% van het gebied strikt beschermd moeten worden. Dit betekend geen economische activiteiten in deze zones. In de overige zones stem je je economische activiteiten af op wat dit unieke natuurgebied de Waddenzee kan dragen zodat ook volgende generaties hier van kunnen genieten. Henk de Jong is optimistisch over de kans daartoe: “In mijn optiek staat de Friese boerenstand helemaal niet vijandig tegenover natuurbeschermingsmaatregelen. Zo’n 700 zijn er al gewonnen voor een duurzamere landbouw. De enigen die zich er tegen verzetten zijn die agrariërs die heel fors hebben geïnvesteerd in schaalvergroting. Die hebben hier begrijpelijkerwijs soms nog moeite mee. De stikstofcrisis is niet enkel een stikstofdrama. Er kan ook veel goeds voortkomen uit deze discussie, zeker in Friesland, waar de grondhouding positief is.”  

Klomppaden  

Landbouwers en energiebedrijven zijn niet de enigen die met hun vervuilende activiteiten de biodiversiteit bedreigen, ook de nietsvermoedende toerist of recreant die van de natuur komt genieten, draagt bij aan de afname van de rijkdom aan flora en fauna. Ze doen dat niet als individu maar wel als massa. “Vooral tijdens de coronatijd hebben we de impact van het natuurtoerisme gevoeld,” zegt Henk de Vries van It Fryske Gea. “Men kon toen niet naar het buitenland reizen en dus werd er massaal gewandeld in eigen land, zelfs zó massaal dat sommige van de paden volledig platgetrapt waren. Daar groeide helemaal niets meer, dus we hoefden er dat jaar ook niet meer te maaien.” Bart Beijloos voegt daar aan toe, er is al een prachtig initiatief: de klomppaden. Prachtige wandelroutes door agrarische gebied waardoor de toeristische druk op andere gebieden wordt verminderd. Zeker met een omslag naar minder intensieve landbouw kan dit wandelnetwerk worden uitgebouwd: de zogeheten ‘klomppaden’, speciale wandelroutes door het agrarisch gebied. Maar ook de wetgever is zich veel te weinig bewust van de impact van grote drommen mensen in de natuur. Als je nagaat dat je voor een bijeenkomst in een Natura 2000 gebied van minder dan 1500 mensen niet in alle gevallen een vergunning hoeft aan te vragen, dan is er op dat vlak toch iets mis. Tegelijk moet het mogelijk blijven om van de natuur te blijven genieten. Als we daar de juiste balans in zoeken zorgen we ervoor dat de volgende generaties ook verwonderd en geroerd worden door de pracht en dynamiek van de natuur.

Bart Beijloos: “Tegelijk moet het mogelijk blijven om van de natuur te blijven genieten. Als we daar de juiste balans in zoeken zorgen we ervoor dat de volgende generaties ook verwonderd en geroerd worden door de pracht en dynamiek van de natuur.”  

Lauwersmeer koe in kwelderlandschap

Landelijk Deltaplan 

Nederland bungelt onderaan in allerlei Europese lijstjes als het gaat om de bescherming van de natuur (is ook door minister van der Wal al zo genoemd). Volgens alle deelnemers hebben we veel kwesties politiek veel te lang voor ons uit geduwd, met als gevolg dat we nu met een acute stikstofcrisis worden geconfronteerd we de natuur niet afdoende beschermen en de gevolgen van vervuiling, verdroging en verzilting toenemen. “We zijn niet voor niets aangesloten bij een landelijk deltaplan biodiversiteit,” vindt Timo ter Voort. “Friesland kan ook doen met een ambitieniveau dat hoger ligt dan het landelijke. Ik denk dat wij hier het draagvlak en de wil hebben om verder te gaan dan andere provincies, maar ook als na vijf jaar blijkt dat we niet alle doelstellingen halen, lijkt het me toch beter de lat eerder te hoog dan te laag te leggen.” Bart Beijloos valt hem daarin bij. “De grootste weerstand tegen ingrijpende verandering ervaar ik tegenwoordig niet bij bedrijven of de lokale politiek maar bij ministeries. Gemeenten, waterschappen enzovoorts kunnen we wel meenemen in veranderingstrajecten. Maar doen we niets, dan krijgen we de komende jaren vanzelf allerlei nieuwe wetgeving uit Brussel op dit vlak over ons heen. Dan zullen we hoe dan ook in beweging moeten komen. Het zou mooi zijn als we de stap maken als Nederland om daadwerkelijk goed voor onze natuur te zorgen, onze verantwoordelijkheid te nemen en de durf te tonen om te handelen in plaats van uit te stellen.” 

 Het Friese landschap kenmerkt zich door een uniek samengaan van de hand van de mens en die van de natuur. Wat in duizenden jaren is ontstaan, wordt nu al decennia bedreigd door diezelfde menselijke hand maar dan een die zich overspeelt. Net zo uniek als het landschap zelf is de verknochtheid van de Friezen hieraan. De provincie telt voldoende organisaties die zich, ieder op hun vlak, inzetten voor het behoud en het herstel van de biodiversiteit die dit landschap van leven vervult. Om die in staat te stellen hun werk optimaal te laten doen is het echter wel nodig dat iedere Fries (of iedereen die zich verbonden voelt met deze provincie) die inspanningen steunt. Elke donatie, hoe klein ook, helpt het Friese natuurleven, van opvallend groot tot onzichtbaar klein.