Collectieve cultuurbeleving in drie dimensies

Collectieve cultuurbeleving in drie dimensies

 

Weinig landen kennen zo’n rijkdom aan kastelen, historische buitenplaatsen en landgoederen als het onze. Ooit waren er duizenden maar in de loop der tijd zijn er vele verdwenen. De Stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen (sKBL) zet zich in voor het behoud en de bekendheid van de honderden objecten die ons nog resten. En voor de promotie bij toeristen, natuur- en kunstliefhebbers. Dit erfgoed herbergt namelijk ook een groot deel van onze culturele en natuurlijke rijkdom.

Tekst: Jeroen Kuypers

Fotograaf: Kenneth Stamp.

In de Gouden Eeuw trokken veel gefortuneerde stedelingen in de zomermaanden naar buiten. Wie succes had in de handel of nijverheid liet in de duinrand, polders, of langs de rivier een buitenplaats optrekken en ontliep zo tussen april en september de stank, het lawaai en niet te vergeten de ziektes binnen de omwalde steden. “Alleen al langs de Vecht waren er vierhonderd landhuizen,” zegt René Dessing. “In de oostelijke provincies waren kastelen en buitenplaatsen meer in handen van de adel maar in het westelijk en  middendeel van het land werden deze huizen vooral door burgers aangelegd en bewoond. Daarin was de Republiek der Zeven Provinciën uniek in de wereld. Het was geen kwestie van aristocratie maar van meritocratie.”

Huizen en landschappen

Tegen het eind van de achttiende eeuw waren er mogelijk wel zesduizend van zulke plekken. Sommige huizen waren nieuw ontworpen, andere gebouwd op de fundamenten van middeleeuwse kastelen, weer andere combineerden bouwstijlen uit diverse eeuwen, maar geleidelijk werd de sloophamer kwistiger gehanteerd dan de mortel.

“Het begon al in het rampjaar 1672 en later in de Napoleontische tijd deden de Fransen het nog eens stevig over. In de negentiende eeuw was het onder de elite van ons land steeds minder gebruikelijk om er een buitenverblijf erop na te houden. Nu hebben we nog een 551 objecten die door de staat zijn erkend en worden beschermd. Hiervan zijn er 65 als kasteel- of buitenplaatsmuseum in gebruik. Dat klinkt indrukwekkend maar het is een fractie van wat er op het hoogtepunt was. Wat we nog wel zien zijn de positieve effecten van de bouw van deze buitenplaatsen op hun omgeving. Er werden wegen aangelegd en waterwegen gegraven, het boerenbedrijf kreeg een enorme stimulans. De positieve impact is nauwelijks te onderschatten. Veel plantensoorten overleven bijvoorbeeld alleen maar dankzij de oude tuinen en parken bij deze huizen. Ons landschap heeft veel te danken aan de burgers die de buitenplaatsen eeuwen geleden hebben aangelegd.”

Binnenkant

Af en toe wordt een oud huis teruggebouwd. Zo is bij Amsterdam het verdwenen Tulpenburgh begin deze eeuw herrezen als Nieuw Tulpenburgh. Maar over het algemeen komt er niets meer bij.

Wat er binnenin al die kastelen en historische buitenplaatsen te zien valt, is minstens zo indrukwekkend als hun buitenkant. Wie met eigen ogen wil aanschouwen hoe de burgerij in de voorbije eeuwen woonde en leefde moet een van die 551 objecten eens bezoeken. Een groot deel is toegankelijk, meer dan men denkt. Ook dat maakt de continuïteit ervan zo belangrijk, vindt René Dessing, “want het Amsterdamse leven dat je op de 17de-eeuwse schilderijen in het Rijksmuseum tweedimensionaal vereeuwigd ziet, kun je in deze huizen in drie dimensies beleven. Sterker nog: wat vroeger slechts toegankelijk was voor de elite is nu een collectieve cultuurbeleving geworden.

Twaalf verschillende beleidstypes

De Nederlandse kastelen, historische buitenplaatsen en landgoederen vormen dus een ongekend rijke bron van cultuur, natuur en architectuur, een bron die ons in zekere zin door voorgaande generaties in de schoot geworpen wordt, want de kosten van aanleg waren destijds heel wat hoger dan die van onderhoud nu. Toch heeft René Dessing niet de indruk dat we dit erfgoed volledig naar waarde schatten, en dat is het bestaansrecht voor de stichting, waarvan hij in het dagelijks leven directeur is. “Er is geen nationale aanpak noch voor een gezamenlijk beheer en de promotie van onze buitenplaatsen. In de praktijk is dit nu een zaak voor de provincies maar dat betekent ook dat er twaalf verschillende beleidstypes bestaan, ieder met hun sterke en zwakke kanten. Hierdoor lopen we niet alleen veel buitenlandse belangstelling mis, ook in ons eigen land weten maar weinigen van dit erfgoed. dat over heel het land verspreid voorkomt.“

Dialoog en kennisuitwisseling

sKBL zet zich voor die promotie in. Natuurlijk probeert ze provinciale beleidsmakers van het belang ervan te doordringen maar lobbyen is niet haar belangrijkste taak. “We zoeken vooral de verbinding,” zegt René Dessing. “Er is behoefte aan dialoog en kennisuitwisseling, over de kastelen en historische buitenplaatsen en over manieren om het bestaan en de geschiedenis ervan onder de aandacht van het publiek te brengen.

Daarom hebben wij, dankzij een particuliere gift, als sKBL de Ithikaprijs en -stipendium (elk € 5000,-) kunnen instellen om auteurs die deze verbinding maken via hun boeken te belonen.” Dessings eigen boeken als kunsthistoricus zijn overigens een goed voorbeeld van wat hij als directeur van sKBL beoogt. Hij schreef boeken over Haagse en Amsterdamse buitenplaatsen. Binnenkort verschijnt van zijn hand ook een boek in de Duitse taal over dit onderwerp. Dat wordt het eerste boek in die taal dat onze oosterburen vertelt dat wij zoveel kastelen en historische buitenplaatsen hebben.

Gift in natura

Het geld voor de Ithakaprijs en -stipendium is afkomstig uit een omvangrijke particuliere schenking. Donateurs hebben het ook mogelijk gemaakt dat de stichting nu in klein verband met enige professionele medewerkers kan functioneren.

Maar sKBL ontvangt niet alleen geld. Sommigen schenken in natura: antieke plafondschilderingen,  meubelen of tapijten waarvoor in een seniorenflat of verzorgingstehuis geen plek meer is. In zulke gevallen probeert de stichting deze onder te brengen bij een van de kastelen, historische buitenplaatsen of  landgoederen. Letterlijk elke gift is een steentje in het behoud van het mozaïek dat ons nationaal erfgoed vormt. “Teveel mensen denken dat dit een rijkstaak is en dat er ‘dus’ wel voor onze kastelen en historische buitenplaatsen wordt gezorgd, maar in werkelijkheid trekt de rijksoverheid zich steeds meer terug. Kijk maar naar de wijze hoe men met Paleis Soestdijk is omgegaan. Dat is nu in handen van een projectontwikkelaar. Daar is niets mis mee maar wat gebeurt er als zo’n bedrijf failliet gaat? De kastelen en historische buitenplaatsen vormen een belangrijke nationale erfenis maar ook een kwetsbare. Cultuur is samen genieten van wat ons erfgoed is. Als sKBL zetten wij ons actief in voor dit collectieve recht op genieten.”

www.skbl.nl

Terug naar Overzicht Publicaties