Robert van Asten: Cultuur is een levensbehoefte
Robert van Asten, wethouder cultuur gemeente Den Haag
HULP IS HARD NODIG
De wereld wordt getroffen door een natuurramp. Covid 19 slaat een bres in ons zelfvertrouwen en zorgt er voor dat van vanzelfsprekendheid weinig overblijft. Theater en museumbezoek waren ook vanzelfsprekend. Je kon daar altijd terecht. De branche staat op de tocht. Hulp is hard nodig.
Wethouder Robert van Asten is trots op wat Den Haag aan Cultuur te bieden heeft. Hij ziet het ook als onmisbaar voor een vitale en toekomstgerichte maatschappij. ‘Het is belangrijk voor de ontwikkeling van onze jeugd en een belangrijke pijler voor ons welbevinden. Het gaat om de identiteit van een land en van een stad of dorp en de inwoners. Het houdt ons scherp met een verhelderende blik op wie en wat we zijn. De organisatie Kunsten ‘92 sprak onlangs nog over cultuur als onderdeel van de schijf van vijf. Daarmee aangevend hoe belangrijk cultuur is in een maatschappij en voor persoonlijke ontwikkeling. Het stimuleert positieve gezondheid. Door een cultureel project kan er meer saamhorigheid, respect en betrokkenheid ontwikkeld worden.’
Robert van Asten, wethouder cultuur gemeente Den Haag - Foto: Martijn Beekman
Kunst en cultuur dichtbij
Op de website van de gemeente Den Haag is het volgende te lezen: ‘In Den Haag zijn kunst en cultuur altijd dichtbij. Ieder stadsdeel heeft een Cultuuranker, zoals een theater, bibliotheek of museum van waaruit activiteiten voor het stadsdeel georganiseerd worden. Van Bollywood-dans tot klassiek ballet. Pop of jazz, een film of theater. Cultuur is zo veelzijdig als de stad zelf. De gemeente vindt dat cultuur daarom dichtbij de inwoners hoort te staan.’ Een cultuuranker speelt in op de eigenschappen van de buurt en verbetert daarmee de lokale samenleving. ‘De 8 cultuurankers werken samen om cultuur dichtbij de mensen te brengen. Niet alleen met elkaar, maar ook met de bewoners, scholen en andere samenwerkingspartners in de wijk- en welzijnsinstellingen. Ook de theaters, muziekpodia, musea en andere stedelijke instellingen weten de cultuurankers te vinden. Heeft u ook een idee? Kom dan gerust eens praten. De cultuurankers zijn altijd op zoek naar mensen of organisaties die wat moois aan het programma kunnen toevoegen.’ Met de term Cultuur Dichtbij verenigen de 8 cultuurankers zich. Op de website www.cultuurdichtbij.nl(externe link) worden de gezamenlijke programma’s van de Haagse ankers bekend gemaakt.
Corona en cultuur
De Coronamaatregelen en cultuur gaan heel slecht samen. Optredens worden gecanceld. Musea gesloten. De vraag is ook of het publiek straks weer terugkomt. ‘Cultuur wordt zwaar getroffen. Het zijn ook veel ZZPers in actieve rollen die lijden onder de maatregelen. Het zijn medewerkers op de voorgrond en achter de schermen. Vaste en tijdelijke krachten. Kunstenaars, dansers, schrijvers, choreografen, theatermakers en andere creatieve mensen. Steun is hard nodig. De gemeente Den Haag probeert te redden wat er te redden valt en ook de steun van de Rijksoverheid wordt goed aangewend. Het is echter niet voldoende.
Noodkreet
Vanuit de cultuursector klinkt een duidelijk noodkreet. De motor van belangrijke sector voor onze samenleving hapert. Als je aan mensen vraagt of cultuur belangrijk is zullen de reacties positief zijn. Maar hoe houden we de sector levend? Robert van Asten maakt zich zorgen. ‘Ook door de maatregelen op scholen komt cultuur op een laag pitje te staan. Cultuurlessen moeten beschikbaar blijven om jongeren te blijven stimuleren. Daarnaast heb ik ook mooie initiatieven gezien buiten de theaters. We moeten creatief zijn. Nieuwe podia creëren en zorgen dat jongeren aangesloten blijven. Daar is normaal al veel geld voor nodig en nu met de Coronaperikelen nog veel meer. Willen we de cultuursector op peil houden en er straks weer volop van kunnen genieten, is nu continuïteit nodig. De Goede Doelen krant is een mooi initiatief om mensen te betrekken bij de toekomst van deze belangrijke bron van samenleven. Fondsverwerving is een belangrijk middel om de financiën van organisaties op orde te houden en daarmee de toekomst te garanderen. Wat je echter ziet is dat vooral kleinere initiatieven schromen om geld te vragen. Mijn ervaring is dat je verrast kunt zijn van de opbrengst daarvan. Vooral trouwe bezoekers van voorstellingen en bezoekers van musea willen een bijdrage leveren en ook het bedrijfsleven wil nog al eens verrassen met hun inbreng. Daarbij speelt ook mee dat ze willen zien waar ze aan bijdragen. Waar anders dan in de cultuur sector kun je door laten zien en horen wat jou steun heeft bijgedragen.’
Culturele voetprint
‘Gebruik de kracht van cultuur om de economie te versterken. Met onze cultuurinstellingen staat Den Haag op een hoog podium. Daar moeten we gebruik van maken. De stad trekt daardoor bedrijven en nationale en internationale instellingen aan. Dat werkt stimulerend voor de economie.
Gemeenten met aandacht voor kunst en cultuur zijn veel aantrekkelijker dan gemeenten waar dat minder is. Mensen genieten van cultuur. Bedrijven vestigen zich daar waar hun medewerkers graag zijn. Daarnaast zorgt cultuur voor bedrijvigheid en werkgelegenheid. Kunst en cultuur hebben positieve invloed op de economie en het leefklimaat. Ook een reden voor het bedrijfsleven te investeren in cultuur. Het is een goede investering en wat is er mooier om later te kunnen zeggen dat je aan iets feitelijks in beeld en of geluid heb mee mogen werken. Je zet een culturele voetprint en daarmee zet je jezelf op de kaart. Cultuur steunen door er aan bij te dragen. Kunst en cultuur zijn noodzakelijke factoren voor een sterke samenleving.’
Geefwet
Het geven aan een goed doel kan belastingtechnisch aantrekkelijk zijn. Geefwet verlaagt de drempel om giften te doen aan bijvoorbeeld aan instellingen met een algemeen nut of aan verenigingen. Sinds 1 januari 2012 mag volgens de Geefwet de aftrekpost voor giften aan een culturele instelling vermenigvuldigen met 1,25. Dat geeft dus extra belastingvoordeel. Hiervoor zijn regels opgenomen in de Belastingwet. De Meer informatie over de voorwaarden voor het aftrekken van (periodieke) giften is te vinden op de website van de Belastingdienst.
Waar tref je je vrienden?
Robert vindt dat cultuur ook een mooi samenspel kan zijn met uitgaan. ‘Waarom niet met elkaar afspreken in een museum en daar een mooie avond aan koppelen. De vraag is; waar tref je je vrienden? Doe dat ook eens in een museum en verras elkaar daar met een mening over wat je daar ziet. Er zullen mooie discussies ontstaan en je hoeft niet te zoeken naar onderwerpen. Die worden direct aangedragen.’
Met uitgaan heeft Robert een mooi bruggetje naar de jeugd. ‘Daar ligt toch de toekomst van onze cultuur. Hoe krijg je jongeren bij een optreden van het Residentie Orkest? Op welke wijze gaan zij het verleden naar de toekomst brengen. Niets is permanenter dan verandering. Bijvoorbeeld rappen, digitale kunst en graffiti zijn inmiddels geaccepteerde uitingen die laten zien dat er steeds iets nieuws opbloeit. Die ontwikkelingen mogen niet stoppen. Daar moet ruimte voor zijn. Een samenleving is gebaat bij kunstvormen. Cultuur moet een mooi podium zijn voor de toekomst. Daar is geld voor nodig. Culturele instellingen moeten daarom zeker niet schromen steun te vragen. En bedrijven en particuliere geldschieters moeten inzien niet in het luchtledige te investeren. Iedereen ziet in dat cultuur en kunst belangrijke fundamenten zijn voor een stabiele samenleving en een bruisende economie.’
EEN MUSEUM VAN EN VOOR DEN HAAG
Het Kunstmuseum is niet zomaar ‘een’ stedelijk museum. Wat het Haagse Kunstmuseum uniek maakt is zijn uitgebreide collectie van wereldberoemde kunstenaars. Nergens hangen zoveel Mondriaans als hier, maar ook nergens vind je zoveel schilderijen van de Haagse School, en dan is er nog de vele kunstnijverheid, waaronder keramiek van Picasso. Voor veel toeristen is het Kunstmuseum een eerste bestemming, voor veel inwoners van Den Haag is het prachtige gebouw van Berlage echter nog steeds niet meer dan dat: een historisch pand dat ze slechts van de buitenkant kennen. Daarom nodigt het Kunstmuseum telkens de burgers van een ander stadsdeel uit om de instelling op een avond exclusief te bezoeken.
Foto: Gerrit Schreurs
Benno Tempel is de directeur die in 2019 de stap durfde zetten de naam te veranderen van Gemeentemuseum in Kunstmuseum. “De naam klonk veel te ambtelijk,” zegt hij. “En uit onderzoek bleek dat amper 3% van de bevolking ze kende, terwijl we wel enorm veel binnenlands bezoek krijgen. Toen ik dat probleem aankaartte bij burgemeester Jozias van Aartsen zei hij: ‘Ik werk niet voor niets in een Stadhuis en niet in een gemeentehuis.’ Daarop hebben we het veranderd in Kunstmuseum.”
<”Zoals de instelling niet zomaar ‘een’ museum is, zo is het bezoek een intensere ervaring.”>
Kunst en kunstnijverheid
Het instituut omvat ook een apart fotomuseum en heeft een vroeger museum voor kunstnijverheid volledig overgenomen. Daardoor is het Kunstmuseum ook breder dan veel andere musea. Het laat de bezoeker de link leggen tussen kunst op een sokkel of aan de wand en toegepaste kunst, in glas, keramiek of zilver. Via het werk van De Stijl ervaart de bezoeker bijvoorbeeld hoe beeldende kunst de vormgeving van onder meer keukens en slaapkamers heeft beïnvloed. Kortom: zoals de instelling niet zomaar ‘een’ museum is, zo is het bezoek een ander, intenser soort ervaring. “Ik denk bovendien dat wij ook meer durven dan veel collega’s,” vult Benno Tempel aan. “Zoals wij nu een tentoonstelling van Paula Rego brengen, een oudere kunstenaar uit de vriendenkring van Lucian Freud en Francis Bacon, dat zou het Stedelijk waarschijnlijk niet doen. Ook daarmee zetten we onszelf nationaal en internationaal op de kaart.”
Benno Tempel - Foto: RdePuy
‘Doe-Boek’
Maar de verankering van het Kunstmuseum in de geschiedenis en cultuur van Den Haag is zeer stevig. De directie is zich daar ten zeerste van bewust en neemt daarom allerlei initiatieven om het museum letterlijk en figuurlijk open te stellen voor de bewoners van de stad. “Educatie is voor musea slechts een bijkomende opdracht. Niet voor ons. Toen we in 2017 honderd jaar De Stijl vierden met de grote Mondriaantentoonstelling hebben we bijvoorbeeld een ‘Doe Boek’ gemaakt, samen met jeugduitgever Leopold, en dat onder de Haagse schooljeugd verdeeld. Het resultaat is dat een hele generatie schoolkinderen nu vertrouwd is met het kleuren- en lijnenspel van de abstracte schilder. We nodigen ook geregeld inwoners van een stadsdeel uit om ons te bezoeken. Dat doen we met een hapje en een drankje, en zonder de aanwezigheid van toeristen. Het is de bedoeling dat uiteindelijk elke Hagenees ons museum zo tenminste eenmaal van binnen heeft kunnen bewonderen.”
Vrienden van het museum
En dat werkt. Dat blijkt niet alleen uit de bezoekersaantallen maar ook aan het groeiend aantal leden van de vriendenvereniging. “Vriend van het museum worden kost je vijftig euro per jaar. Mensen doen dat niet om gratis toegang te hebben maar om uiting te geven aan hun verbondenheid met het Kunstmuseum en zijn collectie. We hopen dat we het komend jaar nog veel nieuwe vrienden mogen verwelkomen en ook nog nieuwe donateurs. Tenslotte zijn we een museum van Den Haag maar ook voor Den Haag.”
TERUG NAAR HET STRAND VAN 1881
Museum Panorama Mesdag toont de schilderijencollectie van Hendrik Willem Mesdag en zijn tijdgenoten maar ook het naar hem genoemde en wereldberoemde panorama. Het panorama is laagdrempelig en voor iedere bezoeker een bijzondere ervaring, hét artistieke hoogtepunt in het oeuvre van Mesdag maar ook een geraffineerde optische illusie. Voor de inwoners van Den Haag is het panorama bovendien een tijdmachine: het brengt hen terug naar het Scheveningen van de negentiende eeuw, naar een bijna verdwenen wereld die dankzij de kunst van Mesdag visueel behouden bleef.
Het echtpaar Mesdag was zijn tijd vooruit, en niet alleen omdat man én vrouw schilderden en de collectie ook het werk van Sientje van Houten en enkele tijdgenoten omvat. “Mesdag was de eerste museumdirecteur , die als een mecenas optrad voor collega’s en die zijn particuliere museum aan zijn familie naliet, met de uitdrukkelijke opdracht het tot in lengte van dagen open te houden en te delen met een zo breed mogelijk publiek,” zegt directeur Minke Schat. “De vierde en de vijfde generatie nazaten hebben die opdracht gedelegeerd aan bestuur en directie. Als een soort rentmeesterschap. Mesdag was ook in andere opzichten zijn tijd vooruit. Hij streed voor natuurbehoud. Het behoud van het ‘maagdelijke’ Scheveningen was Mesdags intrinsieke motivatie het Panorama te willen schilderen. Mesdag beschouwde het wijzen van het publiek op de schoonheid van de alledaagse natuur als een van de belangrijkste taken van een kunstenaar. ‘De natuur te leeren kennen’, is een bekende uitspraak van hem.”
Minke Schat - Foto: Henriëtte Guest
<Het panorama is toegankelijk en daarmee een prachtige opstap naar het waarderen van kunst en cultuur in een bredere zin.>
Drie keer bezoeken
Mensen van alle leeftijden en achtergronden bezoeken het museum en vooral het panorama. Toeristen van over de hele wereld, Nederlanders uit andere provincies maar ook talloze inwoners van Den Haag. Voor hen behoort Museum Panorama Mesdag tot het culturele erfgoed van de stad en tot hun eigen bestaan en de identiteit van de stad. Velen bezoeken het driemaal in hun leven: een keer als kind, een keer als volwassen ouder en tenslotte nog eens als grootouder. Het verveelt nooit is de algehele ervaring. “Voor kinderen is het een toverstrand, voor pubers de grootste mindfuck die er bestaat en voor volwassenen een optische illusie. Schoolkinderen kun je meetkunde uitleggen aan de hand van het panorama. Inspiratie begint bij de jeugd. Het is dan ook een van onze doelstellingen dat elk Haags kind in staat wordt gesteld het te zien. Dat was de voorbije twee jaar niet makkelijk in deze Covidtijd, maar we zijn erin geslaagd in ieder geval voor die groep altijd mogelijkheden tot bezoek te blijven creëren.” Het Panorama is volgens Minke Schat dan ook niet alleen een wonder op zich, maar in toegankelijkheid een prachtige opstap naar het waarderen van kunst en cultuur in een bredere zin. “De dichter en theatermaker Ramsey Nasr onderstreepte in zijn recente boek De Fundamenten het belang van cultuur voor onze vorming tot mens: ze behoort niet tot de ornamenten maar de fundamenten van onze maatschappij. Als Museum Panorama Mesdag proberen wij op onze manier bij te dragen aan de versterking van die fundamenten, in de voetsporen van Mesdag.”